Op 2 november konden we nog net het tuinbezoek bij Coral meemaken wegens uitgestelde terugreis naar het vochtige België. We spraken af aan het station van Teulada, we wisten niet echt de correcte locatie maar kwamen uiteindelijk op een wegje terecht waarop we hoopten geen tegenliggers te ontmoeten want achteruit rijden was geen optie. Aan het einde van de weg kwamen we op een mooi groot domein met een prachtige woning die volledig integreerde met de omgeving. Ter plekke hadden we een fantastisch zicht op de stoere Montgó en de zee.

De 11000m2 was verdeeld over twaalf niveaus die, kwestie van locatie-herkenning, elk een nummer kregen. Een gps en survival pakket om de weg naar de woning terug te vinden was nét niet nodig. Bleek dat vorig jaar juli 7000m2 van de tuin door een brand werd vernield. De brand, waarbij Coral enkele angstige uren doorstond, reikte tot vlak aan de woning en de sporen ervan zijn nog steeds te merken in het landschap.

Bij het binnengaan van de tuin valt ons het bord “moe’s tuin” op waaraan een anekdote hing die terug gaat tot destijds in Nederland. De Spaanse tuinier vertaalde het naar ‘Mo-es-tu-in’. In het gedeelte aan het zwembad kwam het creatieve talent van Coral ten volle aan bod; bomen en takken die in leuke kleuren werden geschilderd of gedecoreerd met allerlei dagelijkse voorwerpen. Het geheel krijgt hierdoor een zeer sprookjesachtig uitzicht. Bij onze tocht doorheen de tuin werd duidelijk dat, naast de tuinwerken op zich, welk een enorme infrastructurele arbeid er verricht was doorheen de jaren. Het aantal stapstenen en aangelegde paden is niet in tientallen of honderdtallen meters uit te drukken. Zware werken die door Coral meestal zelf en eigenhandig werden uitgevoerd. Dikwijls werden bestaande elementen opgenomen in het landschap, zelfs een oude tuinzetel werd be-klimopt.

 

De tuin bevat een enorme collectie planten en bomen waarbij Coral steeds de nodige gespecialiseerde toelichting en bijhorende anekdotes kon geven. In het bovenste deel van de tuin konden we, goed beschermd onder het hoge gras, een zeldzame spiralis spirantis vinden (een orchidee die alleen op zéér kalkrijke grond voorkomt). Zelfs een enorme (de grootste in Europa) pijlstaartrups konden we spotten. Deze reuze rups van ongeveer 10 cm groeit uit tot een zeldzame doodshoofdvlinder.

Bij de rondgang door de tuin moesten soms niveaus van enkele meters overbrugd worden waarbij Peter als stoere ridder en helpende hand diende om de dames over hun hoogtevrees te helpen.

Na onze aangename en leerrijke ‘safari’ was er koffie en hapjes. Toen de wijn werd geopend kwamen ook de straffe verhalen boven en werd er nog lang en gezellig nagekaart. Voldaan en nog steeds onder de indruk vatten we de terugweg aan opnieuw hopende op géén tegenliggers….

Vele groetjes,

Vifke en Paul