Maandag 18 april… daar gaan we weer : kleine koffer, grote koffer… klassiek! Om half negen stappen we in de bus, óp naar Extremadura, het land van de bandoleros, het land van de strenge winters, hete zomers (45 gr.) en vele regenbuien… vooral in april !!

Onderweg schitterende panorama’s… de paars gekleurde bloemenvelden van Viena, waar de saffraan wordt uit gehaald, in de verte de met sneeuw bedekte bergen, uitgestrekte vlakten…. allemaal gezien. Uiteindelijk een vochtige, weelderig groene omgeving : Extremadura ! Grazende kudden schapen, geiten, koeien, stieren én … de pata negra ! Afwisselend bergachtig, maar allemaal groen en bloemenpracht… tot we in de verte een versterkte burcht zien die de omgeving overschouwd, onze eindbestemming, Trujillo. Een imponerend overblijfsel van Romeinse, Visigotische en Arabische overheersing.

Ons hotel maakt deel uit van de aloude omgeving, maar laat innerlijk zien, dat “oud” niet altijd “afgeleefd” betekent. Onze royale kamer biedt een schitterend uitzicht over de stad. Onder het alziend oog van Francisco Pizarro hebben we menig glaasje genuttigd op de aloude grote plaats, omringd door gebouwen, verhalend over vergane tijden. Elke toren, schoorsteen of paal ondersteund wel één of meerdere nesten ooievaars met jongen en het imposante en in goede staat verkerende “Castillo Árabe” waakt boven op de top als een stille wachter over de stad. Vanop de kantelen, overschouw je kilometers ver, de omgeving.

Eigenlijk zijn 4 dagen te kort om deze prachtige streek  en steden te verkennen. We hebben er maar éven van mogen snuiven, maar waren wél onder de indruk van al dat moois. Gelovig of niet en alle gevoelens daar omtrent uitsluitend, maar de pracht en praal van het klooster van Guadalupe, dat de “Zwarte Madonna” herbergt, is imponerend… wat een (monniken)werk ! Het regende pijpenstelen waardoor het Bodega-bezoek, dat ons daarna wachtte, alleen binnenshuis werd gehouden… door de glaasjes werd het binnen dus even nat als buiten !!

De volgende dag reden we langs de rijstvelden naar Mérida, alwaar een toeristentreintje ons de grootste bezienswaardigheden liet zien. Donderdag een heerlijke wandeling gemaakt in het “National Park Monfragüe”. Door het niet al te schitterende weer bleef de wandeling beperkt, maar alles stond mooi in bloei en we werden begeleid door de muziek van kabbelend water en af en toe zelfs het er door stappen. Tóch vonden we het tekort!

Op de terugweg spotten we de gigantische adelaars die hun verenpracht spreidden om te laten drogen in de zon, die eindelijk scheen. De laatste dag ter plaatse, zijn we in Cáceres, onder een stralende zon, alle hoekjes van de historische stad gaan verkennen. Zaterdagochtend vingen we de terugtocht aan en bedachten hoe we toch verwend zijn geweest… mooi hotel, lekker restaurant en danken in stilte én hardop, Monique … die zich alle moeite heeft getroost om te zorgen dat we weer een onvergetelijke reis hebben mogen maken. En één ding is zeker…. volgend jaar zijn we er wéér bij… bij leven en welzijn !!!