Bij Pinoso, hemelsbreed globaal 60 km ten westen van Alicante, ligt een mooie, enigszins ronde berg, de Cabezo de la Sal, van boven gezien eigenlijk een soort gekartelde ovaal. Deze berg is ontstaan door een opgestuwde zoutlaag. Het zout hierin wordt al eeuwen geëxploiteerd en daar waar er hierdoor gangen en zalen zijn ontstaan leven nu kolonies vleermuizen.

De geschiedenis van deze berg is bijzonder en begint in het Trias, globaal zo’n 200 miljoen jaar geleden. In onze regio lag toen de kustlijn veel verder de zee in – Alicante zou een stad ver landinwaarts zijn geweest – en in het gebied er achter bevonden zich grote, zoute binnenmeren zoals we die nu nog zien bij Torrevieja of Santa Pola. Hierin werd door verdamping zout en gips afgezet.

In de loop van tientallen miljoenen jaren werd dit zout bedekt met lagen sediment (steensoorten). Het zout kwam zodoende steeds dieper te liggen, tot zo’n 2 tot 3 km onder de oppervlakte. Doordat die bedekkende sedimenten een veel hogere dichtheid hebben dan de zoutlaag, ontstond er een instabiele situatie, temeer nog daar het dieper gelegen zout zich door de hogere temperaturen daar, plastischer ging gedragen.

Deze twee omstandigheden hadden als resultaat dat op een bepaalde plaats het zout binnen in de aarde omhoog werd gestuwd tot een grote “diapiro” of “zoutpilaar”, die zich aan de bovenzijde weer verbreedde als het ware als een “champignon”. Er zijn meer vormen mogelijk bij opgestuwd zout. Deze spectaculaire structuur is uniek voor Spanje en misschien zelfs voor Europa, niet omdat hij de grootste is maar omdat hij op schitterende wijze een geologisch wordingsproces laat zien.

Al eeuwenlang wordt uit de berg zout gewonnen. Het zout werd gebikt en met karren en of ezeltjes afgevoerd.  Zo ontstonden overal gangen.  Het was een langzaam proces dat nog eeuwen op die manier door had kunnen gaan…

Evenwel, tegen het eind van de twintigste eeuw sloeg de “vooruitgang” toe ….  Er moest meer verdiend worden, véél meer en véél sneller….  Als gevolg daarvan wordt sinds de jaren tachtig (20ste eeuw) een heel andere winning toegepast.  Er worden schachten geboord tot wel een kilometer diepte. Vervolgens wordt hierin vanuit omliggende zoutmeren water gepompt.  Dit heeft een zoutgehalte van ongeveer 3 %.  De zoutwand van het boorgat daarentegen heeft een zoutgehalte van rond de 30 % waardoor het zout heel gemakkelijk in het veel minder zoute, ingepompte water oplost. Daarna wordt dit veel zoutere water weer opgepompt en via een afvoersysteem – puur via de zwaartekracht – over een afstand van 54 kilometer naar de Salina’s bij Torrevieja gebracht.  Daar wordt er zout uit gewonnen.  Veel van het zo verkregen zout wordt naar de VS verkocht. Tonnen en tonnen !!

Doordat er telkens opnieuw water in zo’n boorgat wordt gepompt lost steeds meer zout op zodat de wanden steeds verder terug wijken en er een grote cilindrische ruimte ontstaat met een doorsnee tot wel 80 meter.  Om instortingsgevaar tot een minimum te beperken wordt de schacht van boven smal gehouden.  Dit wordt bereikt door een slimme toepassing van olie ter plekke.

Als de enorme cilindrische ruimte groter is geworden dan 1,5 miljoen kubieke meter (een afmeting waarbij ik me niets meer voor kan stellen) wordt hij niet verder gebruikt.  De olie wordt dan verwijderd en het water mag vrijelijk weglopen.  Vanaf dat moment begint de holte zich via een natuurlijk proces weer te sluiten.  Dat komt door de plasticiteit van het zout.

Deze zoutberg “leeft” nog steeds waarmee wordt bedoeld dat het zoutopstuwingsproces tot op de dag van vandaag gaande is:  hij “groeit” jaarlijks een paar centimeter !

Naast de vleermuizen die er in groten getale hun intrek hebben genomen is ook de flora er speciaal, aangepast als zij is aan de zoute omstandigheden.  Daarnaast bevat de berg nog allerlei mineralen en zijn aan de oppervlakte eigenaardige geologische formaties te zien.  Ja, het is een bijzondere berg, en dat is ie…