Vandaag gaan we wandelen in Altea. Ik doe de echte wandelschoenen aan want het zal wel over ongelijk terrein gaan. Het gaat langs de oever van de rivier de Algar. Carla heeft Macho meegenomen, dan ben je nooit te laat thuis.
We verzamelen bij de vrouwengevangenis in Teulada en we rijden over de AP7 naar Altea. Op het grote parkeerterrein waar vroeger de markt was, kunnen we heel wat auto’s kwijt. Hè lekker koffie, hoor ik uit diverse hoeken komen maar helaas dat is niet de bedoeling. Met zo’n grote groep is het ondoenlijk, we gaan gelijk op pad. Er zijn verschillende honden die meelopen en de meeste mogen eens zonder riem. Voor het groepsgevoel is dat ook beter, lekker her en der ruiken. Voor een echte hond is dit een feestje, voor een echte teef een ramp, alsmaar dat gesnuffel aan je lijf.
We lopen over een grindpad langs bosschages en zien de Bernia in de verte. We houden stil bij een graanmolen die Molí Vell heet. Graanmolen is een groot woord voor een ruïne, maar de achterliggende gedachte dat de Moren dit al vierhonderd jaar geleden bouwden is geweldig. Irene leest voor wat bekend is over dit gebouw en daarna kunnen we de ruïne zelf bekijken. Het is een watermolen en wat nu een smal beekje lijkt, is als het regent een kolkende rivier die een paar jaar geleden nog een brug verwoestte. Vandaar dat de waterkracht werd ingezet om de steen, die een ton weegt, rond te bewegen om het graan te vermalen tot meel. Knap dat ze toen al irrigatiekanalen hadden gemaakt. De boeren uit de buurt lieten hier hun graan malen en er werd meestal in natura betaald. Dat is niet wat wij ervan denken maar meel achterlaten als betaling is ook een mogelijkheid. Tot in de achttiende eeuw werden deze molens gebouwd en de laatste was tot eind jaren zestig in de vorige eeuw in gebruik. De gemeente wil de molen opbouwen, zodat kan worden uitgelegd hoe de Moren de kracht van het water vroeger benutten.
Als we dit C’tje van de CWEK hebben gehad, kunnen we weer wandelen en kletsen. Voor de durfallen onder ons is een alternatieve route gemaakt. Wie wil, mag met Irene afdalen naar een smal pad. Reinier loopt bovenlangs en een paar honderd meter verderop houdt hij een touw vast en iemand doet dit ook onderaan, zodat er een soort leuning ontstaat. Dan mag iedereen die beneden loopt over de steile wand naar boven klauteren, aan de hand genomen door het strakgespannen touw. Dit was de kleine verrassing en het is komisch om te zien hoe iedereen zich naar boven worstelt.
De wandeling gaat langs mooie appartementen die aan het strand zijn gebouwd. Zo komen we aan bij het restaurant La Terraza by Helen. De familie is ook uitbater van D’els Artistes naast de kerk boven in Altea. Het eten is prima, een driegangenmenu met de keuze uit vlees of vis, diverse voorgerechten en als nagerecht koffie of een dessert. De drank is inbegrepen, tenminste als je twee drankjes neemt.
Ik zit in goed gezelschap, met leuke verhalen en anekdotes. We hebben twee lange tafels en elke tafel rekent af, her en der meer dan twee drankjes. En dan gaan we vertrekken. Iemand weet de weg naar de auto’s en zo rijden wij over de N332 naar Moraira.
Het was weer een mooie dag, met dank aan Irene en Reinier.
Ria Arkesteijn