Met deze kolossale roman over de laatste zeven jaar van de DDR maakte de schrijvende arts Telkamp (1968) op slag furore.

‘…maar toen opeens…sloegen de klokken, sloegen 9 november, Duitsland, verenigd vaderland, sloegen tegen de Brandenburger Tor’. De rest is geschiedenis.

Telkamp gaat in op de voorgeschiedenis, gelokaliseerd in de oude villawijk ‘De Toren’ in Dresden, in het milieu van intellectuelen, artsen en kunstenaars, geen dissidenten, overgebleven uit een andere tijd. Zoals de voormalige zooloog, ‘fout’ ten tijde van de Praagse Lente en gedegradeerd tot redacteur bibiofiele uitgaven. Of zijn neef. de zeventienjarige scholier Christian, die de laatste jaren van de republiek in het leger en de gevangenis zit.

Dit boek kon pas twintig jaar later geschreven worden en alleen door iemand die deze wereld van binnenuit kende. Telkamp geeft een epische inboedelbeschrijving van Dresden, met veel personages en veel details, en gezien het milieu in de juiste toon. Een monumentaal tijdsdocument.

Bekroond met de Uwe-Johnson-Preis en de Deutsche Buchpreis 2008 (de Duitse Booker).