Knud onze nog jonge hond was een Puli oftewel een Hongaarse herder. Een middelgrote levendige zwarte wolbaal. ik was in verwachting en we hadden zin in een avondje uit. Er draaide een goede film dus daar naartoe.

Midden januari was het, hartje winter en koud. Bij thuiskomst ‘s avonds wilden we weer snel de warmte in. Niet dus want de voordeur ging niet open nadat wij hem van het slot hadden gedraaid. Waarom niet? Wij stonden buiten naar binnen te willen terwijl Knud, vrolijk blaffend aan de andere kant van de deur, die voor het grootste deel uit glas bestond, nog harder van binnen naar buiten wilde. Wat was er mis? Waarom zat die deur zo vast? Tja, die deur had twee schuifknippen, één boven en één beneden en die onderste was door Knud, lekker op de mat tegen de deur aan liggend, dicht geschoven. Hoe maak je een hond duidelijk dat hij hem ook weer open zou kunnen schuiven? Niet dus. Wat te doen? We moesten natuurlijk hoe dan ook naar binnen, ergo een raam inslaan. Welk raam? Beneden: geen goed idee, boven dus. Gelukkig stak het halletje met garage buiten het huis uit dus als we op dat dak konden komen konden we een bovenraam te lijf gaan. Maar intussen stonden we zo verschrikkelijk te lachen dat we op dat moment helemaal niets konden. Wat een krankjorume situatie! Uiteindelijk toch maar een baksteen gaan zoeken wat niet mee viel want die pluk je ook niet zomaar uit de bestrating. Toen ben ik via Nico’s stevig ineen gestrengelde handen met mijn nog niet al te dikke buik het dak op geklommen. De eerste klap mislukte, ik was gewoon te slap van de lach: sta je ‘s avonds laat op je dak je eigen ruiten in te timmeren! Tweede klap was wel raak en na wat scherven verwijderen kreeg ik het raam open en konden we dan toch naar binnen.

Gevolgen:

  • één, de volgende ochtend meteen met een prop papier die schuifknip onbruikbaar gemaakt.
  • Twee, diverse buren waren gewekt ofwel door ons lachen of anders daarna wel door de klap. Zij wisten het zeker: we hadden op de slaapkamer met dingen naar elkaar staan gooien en dat was toen goed fout gegaan.
  • En drie, toen de ruitenzetter de boel kwam repareren kreeg ik een lesje ruit inslaan, want zoals ik dat had aangepakt kon echt niet, zo “onprofessioneel”. Verspilde moeite: het is bij die ene ruit gebleven.

Coral Dekkers – Hulshoff Pol