Bavianen

December is in Kenya de vakantiemaand, daarna begint in januari alles inclusief de scholen met een nieuwe start. Wij er met de camper op uit. We wilden via een paar mooie parken in noord Tanzania naar het beroemde Serengeti. Aan het eind van een middag ergens in het begin van de tocht bezochten we een lokale markt voor wat groente en fruit. Ze hadden nog een super ananas over, eigenlijk een misbaksel dat waarschijnlijk daarom ook door niemand was gekocht. Het was een soort Siamese twaalfling, één steel en twaalf vruchten keurig naast elkaar en totaal met elkaar vergroeid. En zoet dat hij rook….

Op de campsite aangekomen wilden we hem meteen eten. Maar zó zoet, dat ruiken bavianen ook en dat lekkere hapje kwamen ze ophalen. Zulke schatjes zijn het in het echt en zonder een hek nou ook weer niet. Ze zijn sterk en agressief! Kortom, onze kinderen (1, 2, 4 jr) voor de zekerheid in de bus opgesloten en terwijl één volwassene de ananas schilde, druipend van het heerlijke sap hielden de twee andere volwassenen, we hadden een schoonzusje mee, met flinke stokken de bavianen ons van het lijf. Nooit meer zo’n supere ananas geproefd!

Die bavianen bleken echte boefjes. De volgende dag aan het ontbijt zagen we ze spelen op de lege tent van de buren. Eerst vanuit een boom springend gebruikten ze hem als glijbaan. Al gauw vonden ze een gaatje, dat met behendige bavianenvingertjes groter en groter werd gemaakt om vervolgens de tent compleet aan flarden te scheuren. Het ging heel snel allemaal. Gewapend met stokken hebben we ze weggejaagd, de binnentent gered en bij het parkkantoor afgegeven. Gezien de reactie later van de eigenaren kreeg ik sterk de indruk dat ze liever gezien hadden dat de hele tent was verscheurd…

 

Olifanten

Een paar nachten later in een volgend parkje, moest ik ‘s nachts de tent uit en wat stond daar, vlak bij ons? Een levensgrote olifant en een eindje verderop nog eentje vaag tussen de bomen. Ja het was een wildpark. Nu hadden we het tentje pal tegen, zelfs een beetje onder de bus gezet met het idee dat olifanten dit dan als één geheel, namelijk als busje, zouden zien en busjes interesseren hen niet, daar lopen ze normaal gesproken niet overheen. Over een klein tentje misschien wel. Of zij dat allemaal ook zo zagen? In elk geval liepen ze na een poosje gewoon door, alles OK. Olifanten zo loslopend vlak langs je tent voelden weer een stuk griezeliger dan die opdringerige bavianen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

 

Leeuwen

Aangekomen in het Serengeti zochten we naar de in de reisgids vermelde campsite. Konden hem niet vinden. Kwamen een officieel ogende auto tegen en informeerden ernaar. Oh, kamperen kan overal waar je maar wilt. Prima, water hadden we altijd voldoende bij ons, maar… lopen hier ook leeuwen rond – die waren er in de vorige parkjes niet geweest. “Thank goodness there are” (gelukkig wel) was hun frappante antwoord.

Op onze wat bezorgde blik stelden ze ons gerust: de laatste 25 jaar is hier geen mens aangevallen en als je je tent maar goed dicht geritst houdt komen ze je zeker niet lastigvallen. Mooi zo, zij zouden het wel weten want intussen hadden we gezien dat zij volgens het opschrift op hun landrover van het “leeuwen research team” waren. Ter plekke ons geïnstalleerd. Alleen … onze tentrits was kapot en we hadden maar drie veiligheidsspelden. Vraagje: bij hoeveel spelden beschouwt een leeuw een tent als gesloten?

Algauw kwamen er wat Scandinaviërs, heel blij dat wij die campsite toch maar mooi gevonden hadden, zij hadden er uren naar gezocht… Kom er maar gezellig bij. Later kwam er nog een stel Duitsers en zo konden we een mooie kring vormen met een goed kampvuur in het midden. Die avond, met zijn allen gezellig rond het vuur gezeten, hoorden we rondom ons een soort “geknor”, een kudde zebra’s waarschijnlijk. Nou dat voelde goed, als die er waren zouden er vast geen leeuwen zijn, anders hadden ze wel de poten genomen! ‘s Nacht hielden we het kampvuur gaande door lange boomstammen die je met één uiteinde in het vuur legt steeds een beetje op te schuiven, de zogenaamde schuifpalen, terwijl we ook het vuur wat oprakelden. Wij deden dit bij toerbeurt. Tot onze geruststelling hoorden we de knorgeluiden van de kudde zebra’s nog steeds, dus alles in orde.

De volgende ochtend kroop ik om zes uur bij het eerste licht de tent uit. Het inmiddels bekende “geknor” had ik net weer gehoord. Meteen vielen me twee dingen op: buiten de kring van de campers zat een leeuwin rustig de boel gade te slaan en meer naar rechts de bemande leeuwen-research-auto. Ik voorzichtig ernaartoe. “Oei een leeuwin, zit die hier allang?” “Oh ja, een kudde heeft de hele nacht rond het kamp geslopen, we hebben ze steeds kunnen volgen”. “En die zebra’s dan, die we hoorden “knorren”? Waren die niet bang dan?” “Zebra’s? Nee, zebra’s hebben we nergens in de buurt gezien hier, dat moeten de leeuwen zijn geweest die jullie alsmaar hoorden !”

Pff, vallen olifanten toch best weer mee…

 

Mensen

Vakantie ten einde en op 30 december weer naar huis met een aardig leuk verhaal, vonden we. Thuisgekomen werden we meteen opgevangen door de twee andere Nederlandse artsenechtparen. Ze keken zeer ernstig en of we meteen tijd voor ze hadden. Tuurlijk. Er was een afpersbrief gekomen, niet duidelijk of die voor alle drie de gezinnen bedoeld was of voor één in het bijzonder. We moesten een flink bedrag betalen, op die en die manier. Deden we dat niet dan wisten ze ons te vinden, kenden de kinderen en zouden hen zoutzuur in het gezicht gooien. Stellige voorwaarde: ga niet naar de politie!

Dat laatste was natuurlijk meteen wel gedaan en het werd daar zeer hoog opgenomen. Ze vonden het gek en heel atypisch. Hadden dit nog nóóit eerder meegemaakt! We kregen meteen bescherming. Zeker toen ze hoorden dat de dag daarop ongeveer vijfentwintig gasten zouden komen logeren inclusief een aantal kinderen. Al een paar jaar vierden de Nederlandse artsen uit west Kenya die geen dienst hadden bij ons oud en nieuw. Deze gewoonte, ontstaan omdat Nico dan jarig is, zou nog een hele tijd na ons vertrek standhouden. Heel varken aan het spit was vaste prik. In overleg met de politie werd besloten niets over die dreigbrief te zeggen. De kinderen werden allemaal binnen ondergebracht, de ouders in hun tenten buiten en overal stonden volle emmers water klaar, het beste middel tegen zoutzuur, zogenaamd als voorzorg tegen brand. Naast de altijd aanwezige nachtwakers zouden een aantal “stillen” in burger nog extra rond ons huis sluipen.

Het feest is prima en ontspannen verlopen, niemand van de gasten heeft iets gemerkt. Wij zessen bleven alert natuurlijk. Later is samen met een agent in burger gemerkt geld op de aangegeven plek gelegd maar dat is nooit opgehaald en daarmee was de zaak klaar.

Conclusie: het engste wezen is toch de mens…

Coral DHP