Reeds voorzien van een “Stukje Spanje” (zie achterin) werd mij gevraagd ook een “Malle Gevallen” te doen. Gezien de actualiteit schoot me een situatie te binnen die voor mij destijds wel mal was maar waarop in alle jaren daarna heel veel ellende is gevolgd.

Het is 1978 en we maken na ons verblijf in Kenya met het gezin (drie jonge kinderen) een afsluitende reis van vier maanden door Azië: Pakistan, Afghanistan, Iran, Turkije en dan de laatste vijf dagen direct door naar Nederland. Bij de Afghaanse ambassade in Pakistan gekomen kregen we een visum voor maar drie weken in plaats van de normale twee keer zes want, zo werd ons medegedeeld, 1 mei begint hier een pan islamitische conferentie en dan dulden we geen christenen op ons grondgebied (sic), ergo 25 april wegwezen.

We reisden met een VW camper en de gangbare procedure destijds was kamperen in de tuinen van hotels, die daar toen in die landen op ingesteld waren. Je kon dan gebruik maken van hun faciliteiten. Zo ook in Herat, de westelijke Afghaanse grensplaats vlak bij Iran. In ons hotel aldaar lagen de eetzaal en de sanitaire voorzieningen op de eerste verdieping. Een vrij hoge, statige trap leidde erheen. Bij het eten keek een streng ogende man vanaf de muur op ons neer, bleek president Daoud te zijn.

Na het eten terug naar de bus en de kinderen uitgekleed. Vervolgens op naar het sanitair met de drie koters in pyjama en onder de arm een forse wc rol. Bij de trap aangekomen zie ik tot mijn stomme verbazing dat links en rechts om de paar treden soldaten staan opgesteld tot boven aan toe. Vreemd maar het was een brede trap, we konden er wel tussendoor. Nog maller, zodra wij de eerste tree bereikten sprongen ze strak in de houding en streng rechtuitkijkend salueerden ze voor ons (en de wc rol) tot we boven waren. Mijn vriendelijke bedank-knikjes werden uiteraard genegeerd. Op weg naar beneden dezelfde procedure, nog steeds bizar maar nu waren we voorbereid.

Benieuwd naar wat dit te betekenen had, de kinderen snel in bed gestopt en wij door een kier van de gordijnen naar dat gebouw zitten gluren met voor de zekerheid al onze lichten uit – je weet maar nooit. En ja daar arriveerden de limo’s. Uit stapten de hoge omes met heel veel gouden “slagroom” op hun uniform schouders. Generaals? En wat moesten die dan ‘s avonds in een toch betrekkelijk onbeduidend hotel?

Op 27 april 1978 werd in Afghanistan een militaire coup gepleegd waarbij president Daoud onmiddellijk is vermoord. En ja, die coup was voorbereid in een hotel in Herat, door generaals. Slim gepland, alle buitenlanders waren de grens over, geen internationale complicaties, ook geen conferentie meer trouwens. Sindsdien, en eigenlijk vanaf daarvoor al, heeft er in Afghanistan geen echte vrede geheerst ~ het is nu 2023.

Coral Dekkers-Hulshoff Pol