Dit wordt een avond voor mensen die niet lang naar hetzelfde willen luisteren. We beginnen met Johann Sebastian Bach en wel zijn Concert voor viool, hobo en strijkorkest BWV 1060 R, dat Bach later (waarschijnlijk) bewerkte tot een concert voor twee klavecimbels en strijkorkest. Uitvoerders zijn Alice Harnoncourt, viool, Jürg Schaeftlein, hobo en leden van Concentus Musicus Wien onder leiding van Nikolaus Harnoncourt.

Na Bach volgt Wolfgang Amadeus Mozart. Emil Gilels speelt de Fantasie in d klein KV 397. Dit is een bekoorlijk pianistisch kleinood, waarvan we het zullen betreuren dat het zo snel eindigt. Gilels speelt het lekker langzaam, iets waar hij om bekend staat.
Daarna komen Chopin liefhebbers aan hun trekken. Anna Fedorova speelt in de grote zaal van het Concertgebouw in Amsterdam de etudes opus 25 no. 7 t/m 12. De etudes waren bedacht om de vaardigheid van de pianist te trainen en ze stellen aan de uitvoerende hoge eisen. De muziek is niet alleen technisch studiemateriaal, maar bovendien zeer het aanhoren waard.

Nu we het toch hebben over technische hoogstandjes, dan denken we ook onmiddellijk aan Franz Liszt. Van hem gaan we een kort werk horen dat gebaseerd is op een compositie van de vioolduivelskunstenaar Niccolo Paganini, nl. La Campanella. Pianiste Valentina Lisitsa speelt in de Royal Albert Hall, London, de Étude, S141 no. 3 in gis klein “La Campanella”.

Na de rust wordt de avond afgesloten met het Pianoconcert no. 4 in G groot opus 58 van Ludwig van Beethoven, uitgevoerd door Murray Perahia, piano en de Academy of St. Martin in the Fields, o.l.v. van Sir Neville Marriner. Beethoven soleerde in dit werk toen het voor het eerst werd uitgevoerd en wel ten paleize in Wenen van zijn weldoener Prins von Lobkowitz. Tegenwoordig is de Lobkowitz familie nog steeds zeer prominent in Tsjechië, nadat in de tijd van de communisten hun bezittingen waren onteigend. President Havel heeft de bezittingen na de val van het communisme in Tsjechië weer aan de familie teruggegeven. In hun paleis-museum op de Praagse Burcht zijn eerste edities van werken van Beethoven te bewonderen.

Jan Aerts