Onderstaand treft u de integrale tekst aan van de afscheidsrede ter gelegenheid van het overlijden van Sieta Nijhuis op 29 april j.l., zoals deze is uitgesproken door Kees den Dulk in het crematorium van Benissa op vrijdag 4 mei 2007 om 11:00 uur:

“Beste Hans, geachte dames en heren, aanwezigen,

Het is voor mij moeilijk bij een gelegenheid als deze geen christelijk tintje toe te voegen, vandaar de opening met de berijmde tekst uit Psalm 103:

Gelijk het gras is ons kortstondig leven
Gelijk een bloem die op het veld verheven
Wel sierlijk pronkt maar krachtloos is en teer
Wanneer de wind zich over het veld laat horen
Dan knakt haar steel, haar schoonheid gaat verloren
Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer.

Dit psalmvers geeft in zes regels aan hoe het leven loopt en ik denk dat het geen kwaad kan, dat we met z’n allen vandaag ook even stil staan bij onze vergankelijkheid. Want voor ieder van ons komt het moment, dat we afscheid moeten nemen van het leven hier op aarde en dus Memento Mori, gedenk te sterven…

Op woensdag 24 januari 2001 vond de begrafenis plaats van Kees Nijhuis. In de kerk van Moraira waren heel veel mensen aanwezig en ook toen heb ik daar namens de Lage Landen Club enkele woorden gesproken op verzoek van Sieta. Zij was ook een aantal jaren de echtgenote van een voorzitter, die geschiedenis schreef in de club omdat hij het voorzitterschap aanvaardde, nadat niemand anders het wilde doen op dat moment.

Nu, ongeveer 6½ jaar later, sta ik hier om te trachten enige woorden ter nagedachtenis van Sieta te spreken. U zult begrijpen dat ik niet sta te dringen als grafredenaar, maar nu ik zeker weet dat ik Hans daar een plezier mee doe, wil ik daar gaarne aan voldoen. Gerrit Zengerink is verhinderd om aanwezig te zijn. Hij heeft Sieta nauwelijks meegemaakt tijdens haar zeer actieve lidmaatschap van onze club en het is ook op zijn verzoek dat ik vanmorgen hier sta om namens onze club ons diepe medeleven te verwoorden bij het afscheid van Sieta. Evenals Nel en ik behoorde ook zij tot de categorie “oudste leden” van onze Lage Landen Club. In de eerste jaren heeft Sieta de rol van gastvrouw in de club vervuld.

Zij was een geweldig lid van onze vereniging, die jaren lang diverse activiteiten binnen onze club heeft georganiseerd. Daarbij noem ik het organiseren en uitzetten van bloesemtochten en puzzelritten. Het regelen van vele kerstavonden waarvoor de inhoud door haar werd bedacht en geleid tot een onvergetelijk gezellig geheel. De kerstavonden waarbij zij diverse medewerkers optrommelde om er een echt een feest van te maken. Dit gebeurde door voordrachten, zang en muziek en bovendien werd ook de innerlijke mens vrolijk bij de herdenking van de geboorte van het Kerstkind, tevens door de omlijsting met hapjes en versnaperingen, waardoor het helemaal een feest werd. Zij was met hart en ziel aan de NVOC verbonden tot de tijd kwam dat ze lichamelijk niet meer in staat was om dat te doen.

Hierbij trek ik gaarne zelf het boetekleed aan, omdat ik te weinig aandacht heb besteed aan haar, nadat ze niet meer op de club kwam. Dit had moeten gebeuren door haar thuis op te zoeken en mét mij hebben vele leden daarin gefaald. Ik wil daarbij een uitzondering maken voor Peter en Monique Croughs, die haar wel heel regelmatig opzochten. Zij beschouwde zelfs hun kinderen, als haar kleinkinderen. Wij vroegen wel aan Hans hoe zij het maakte en zijn antwoord, wat meestal positief was, was dan voor ons een reden, om haar niet te gaan opzoeken. We hebben het allemaal zo druk, dat soms aandacht voor onze naasten ontbreekt. Zij was voor ons als leden van de NVOC een echte vriendin.

Een echte vriend of vriendin is iemand die behalve geestelijke steun te geven ook nog materiële steun geeft aan de medemens en ik kan hier nu wel verklappen, dat zij meer dan een gewone leden waren, niet alleen omdat ze met hart en ziel met de club meeleefden, maar zelfs ook met hun portemonnee klaar stonden voor de Lage landen Club. Zij wilden niet, zolang zij leefden, dat de leden dit zouden weten. Nu zij beiden zijn overleden kunnen we aan hen meer dan dankbaar en met bewondering terugdenken, zeker voor het feit dat zij zelfs, al jaren geleden, een stille grote financiële schenking hebben overgemaakt naar onze vereniging waar alle leden ongemerkt van hebben mogen profiteren.

We leven in een wereld waarin “de dood” aan de orde van de dag is, waar in sommige gebieden van de wereld, de mensen bij bosjes de dood vinden. Die berichten zien we en horen ze in een zekere gelatenheid aan, maar gelukkig zijn we er nog niet zo aan gewend. Voor ons heeft één mensenleven gelukkig nog waarde. Wij willen nog uitgebreid stil staan bij het verscheiden van iedere naaste die uit ons leven verdwijnt. Goddank is dat nog steeds zo en dat doen wij dus ook hier vandaag.

Wij zijn hier vandaag bijeen om afscheid te nemen van een bijzonder toegenegen clublid, dat wij evenals haar echtgenoot zullen blijven gedenken. Het gebeurt nogal eens – en naarmate de jaren sneller voorbij vliegen, steeds vaker – dat ik kennis neem van overlijdensadvertenties en ik citeer wat daar laatst stond geschreven: ‘Je bent nog niet dood. Je bent pas dood als je niet meer in onze gedachten bent.’ Dat is een hele mooie gedachte. We zullen Sieta nog heel lang in gedachten houden. Dat haar geest moge rusten in vrede. De geboorte van een mens is nog steeds een wonder. Wat zou het heerlijk zijn als de overgang van het heden naar de eeuwigheid ook een wonder zou mogen zijn.

Wij wensen jou, Hans heel veel sterkte toe bij het verwerken van dit zware verlies en hopen dat je ook jouw eigen problemen zult kunnen mannen. Gebruik vooral hierbij je gezonde verstand!

Ik dank u allemaal hartelijk voor uw aandacht.”