Rijdend door de bossen van de Sierra de Urbión ten noorden van Soría, zagen we ineens een bordje met ‘Necrópolis’. Het woord alleen al suggereert een begraafplaats met een omvang van een halve stad, zoals we die kennen van Egypte, Turkije, Griekenland. Zo maar in de wildernis?
Na een twintig minuten over onverharde wegen en zonder enig teken van menselijke bewoning, weer een bord met een wandelpad naar de Necrópolis. Onvoorstelbaar! Een paar vlakke rotsen met daarin uitgehouwen een groot aantal tombes. Zonder bedekkende stenen en uiteraard zonder menselijke resten. Het moeten er ongeveer 183 zijn, variërend in vorm en grootte. Er is een eenvoudige omheining, maar het staat bezoekers vrij om tussen de tombes door te lopen. Dat deden wij dan ook, met een zekere schroom, dat wel, maar eigenlijk is het heel Spaans.
We waren onder de indruk! Niet zo zeer door het lopen tussen de graven, maar door alle vragen die opborrelden. Waarom midden in de wildernis van een bos, zonder enig dorp in de omgeving? Waarom de moeite van uithakken in een rots als er ook gegraven kon worden in het zand er omheen? Waar zijn alle dekstenen gebleven? Als iemand was overleden, moest er dan nog een tombe uitgehouwen worden in de grootte van de persoon; kind of volwassene?
Noch het bord in het bos, noch Internet geeft veel informatie. De begraafplaats dateert uit de IX – XI eeuw en er heeft een eenvoudig kerkje midden in gestaan, waarvan de contouren nog te zien zouden zijn. En veel tekst over de verschillende vormen van de tombes, maar dat kan de incidentele bezoeker zelf ook wel zien.
Enfin, Necrópolis is een groot woord, maar het was het bezoek zeker waard. Het kostte ons ongeveer een half uur met de auto om weer in de bewoonde wereld te komen, bij Quintanar de la Sierra. Op onze wegenkaart staat overigens de naam Necrópolis van Regumiel, naar een dorpje aan de CL-117.
Paul van Halteren
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.