Verdergaan is achterlaten. Dat zijn woorden die in me opkomen bij het schrijven van een korte herdenking van Cees Krabbendam die in de vroege ochtend van 12 maart overleed. Hij stierf één dag na zijn vijfenzestigste verjaardag. Alsof hij het de dood niet toestond hem zijn verjaardag te ontnemen. Hij had de kracht niet meer om er nog een grap over te maken, anders zou hij er zeker eentje met een stralend gezicht hebben verteld. Cees was een aimabel man, kon goed relativeren zonder dat hij zijn mening onder stoelen of banken stak en had een onverwoestbaar geloof in de toekomst.
Al op jonge leeftijd, enkele jaren nadat hij als tandarts zijn praktijk in Aerdenhout had gevestigd, werd hij getroffen door een oogtumor die hem uiteindelijk velde. Vele operaties heeft hij moeten ondergaan. Maar nooit zeurde hij daarover. Het was voor hem even onder het mes en zo snel als het kon weer naar buiten. Herstellen in zijn huis omgeven door een prachtige tuin die hij net als Marjo, zijn lieve echtgenote, koesterde. En als het hem weer toeliet, direct naar Moraira waar hij helemaal opbloeide. Zijn woonoord El Alcazar lag hem aan het hart en tot zijn dood zette hij zich als voorzitter in om van dat wooncomplex een plek te maken waar het goed toeven was. Het hoefde niet groots en pompeus te zijn. Zijn kleine terrasje dat uitkeek op de bergen en de zee was een wereld in het klein. En in die wereld deelde hij een hechte vriendschap.
De meesten van zijn en mijn generatie leven, zoals we dat wel eens noemen, in reservetijd. Het is heerlijk om dat wat het leven waard maakt geleefd te worden, samen te delen. We zullen het na zijn dood met iemand minder aan tafel moeten doen. Iemand die je mist om wie hij was en waarvoor hij stond.
Slechts de levenden tellen de jaren. Laten wij onze overleden vrienden daarbij blijvend in onze harten sluiten.