Afgelopen zaterdag konden wij voor het eerst met “De Bergstappers” meelopen. We zijn nog niet zolang lid en we kennen de omgeving ook nog niet zo goed. Dat was een belangrijke reden om mee te gaan, maar de inschrijving zat vol, we stonden op de reservelijst.
Daags ervoor kregen we een mailtje van Irene dat er twee afzeggingen waren en we toch mee konden lopen. Gezellig! Doen we! En natuurlijk blijven we mee-eten!
Het was prachtig zonnig weer, ietsjes fris maar al snel konden de eerste laagjes uit. We liepen eerst een vrij gemakkelijk en vlak pad, maar al snel ging het steiler omhoog en moest je goed kijken waar je voeten neer te zetten. Ik was zo geconcentreerd op het pad dat ik echt af en toe moest stoppen om de omgeving in me op te nemen, niet om uit te blazen maar om rond te kijken.
We liepen een route op de Montgó in de buurt van Gata de Gorgos. Prachtige weidse uitzichten af en toe op Denia, Oliva en de zee natuurlijk. Wat opviel was de enorme hoeveelheid dode bomen, werkelijk prachtig om te zien, zilver afgetekend tegen de blauwe lucht, maar hoe intens triest en een groot gevaar voor toekomstige bosbranden. Hoe gaan ze dit oplossen, denk je dan. In sommige bomen was optimistisch een vogelhuisje opgehangen. We zagen een hoop door wilde zwijnen omgewoelde grond en kwamen ook jagers tegen, althans hun rinkelende honden, die ons een tijdje vergezelden, maar geen zwijn gezien. Mollen hebben ze denk ik niet in dit land met al die rotsgrond.
Intussen bleken er een hoop gezellige mensen mee te lopen die naar mijn gevoel ook over een uitstekende conditie beschikten, dat wil zeggen van begin tot eind al klauterend konden blíj́ven converseren. Zo kreeg ik een hoop informatie over de verhuur van woningen maar ook over katholieke dames in de 17e eeuw. Wie dacht dat deze vrouwen puur om geloofsredenen het klooster waren ingegaan? Helemaal niet! Zij geloofden wel, dat deed iedereen in die tijd, maar het waren feministen avant la lettre. Als je als vrouw genoeg geld had om niet te hoeven trouwen maar om in het Begijnhof te gaan, dan kreeg je een hogere status dan een getrouwde vrouw. Je was onafhankelijk (getrouwde vrouwen werden handelingsonbekwaam) én, het allerbelangrijkste, je liep niet het risico op jonge leeftijd in het kraambed te overlijden. Wat een bijzondere informatie, zomaar op een berg op een zonnige zaterdagmorgen.
Op het hoogste punt werd gestopt en kregen we een kleine uitleg over de archeologische stenen waar wij achteloos op waren gaan zitten voor de groepsfoto. Het waren de overblijfselen van de zes torens van de “L’Alt de Benimarquia”, een oude Iberische stad op de Coll de Pous met nu prachtig uitzicht op Denia en de golfbaan van la Sella.
Daarna dezelfde weg weer terug, ik had het niet herkend. Vanaf boven heb je tenslotte weer een heel ander perspectief. Ik was dan ook onder de indruk van de mensen die riepen dat we fout liepen en dat we hier niet eerder waren langs gekomen.
Volgens mij zijn we uiteindelijk maar een keertje ietsjes fout gelopen. Het viel wel op dat het Voorwandelteam ergens gezellig áchteraan liep te keuvelen…
Teruggekomen bij de primitieve parkeerplek wachtte ons een anticlimax. De parkeerplaats was niet groot en ook nog zeer modderig en vol grote stenen dus deels onbruikbaar. Een aantal van ons had dus noodgedwongen de auto langs het pad geparkeerd. Een boze buurtbewoner had zich hier blijkbaar zo aan geërgerd dat hij bij een vijftal auto’s de banden had laten leeglopen. Heel vervelend voor wie het betrof en een grote anticlimax voor ons allen. Er was achteraf wel een soort van bordje hoog aan een boom gespijkerd dat je weggesleept kon worden maar ik betwijfel of dit wel een echt officieel verkeersbord was of ook door een buurtbewoner in elkaar geknutseld. In ieder geval een leermoment.
Uiteindelijk hebben de slachtoffers de hulpdiensten afgewacht en zijn de anderen met enig schuldgevoel toch naar het lunchadres gegaan. En toen we eenmaal gehoord hadden dat de banden weer opgepompt waren en men naar huis was gegaan, toen hebben we het daar, sorry mensen, heel erg gezellig gehad.
Thuisgekomen rond 18.00 uur ben ik eerst in een warm bad gaan zitten en toen een uurtje in bed gaan liggen want ik wás me toch moe! Niet zozeer van de lichamelijke inspanning als wel van al het praten. Een hele dag kletsen! En om een beetje uit te buiken, want wij op de reservelijst immers en niet verwachtend mee te kunnen lopen, hadden om 20.00 uur met onze Belgische buren afgesproken in een restaurant. Nog een leermoment!
Dank, Irene en Harm, voor de organisatie!
Daphne Heijboer