Op 24 maart bezochten we met 16 leden van de NVOC het natuurpark van de Montgó. Dit uitje was door Lieke Hoeks en mij, de tuinclub, georganiseerd.
De leiding hadden Jan van Eile (tuinarchitect) en Eduardo Fernández (imker).
We begonnen de tocht bij het klooster op de Cap San Antoni. Jan vertelde over de autochtone (mediterrane) planten en de inheemse planten die er voorkomen. Op dit kleine gebied komen 640 verschillende plantensoorten voor, wat uniek is in Europa. Daarnaast komen er vijf inheemse planten voor die nergens anders ter wereld voorkomen.
Helaas door de droogte waren er nauwelijks bloemen op de Cap San Antoni. Het heeft ook sinds 15 september afgelopen jaar nauwelijks geregend.
We liepen naar een stuk grond op de Cap San Antoni wat omheind is en wat van zijn vader geweest is. Daar stonden bijenkasten.
Eduardo vertelde in het Spaans van alles over de honingbijen: de sterfte onder de bijen, de taak van de koningin, de darren en de werkbijen. Hoe lang ze leven, enz. Dit werd door Jan vertaald. De honing wordt twee keer per jaar geoogst. Hij oogstte per jaar ongeveer 120 kg. We liepen naar een lange tafel waar we verschillende soorten honing te proeven kregen. We weten nu alles over hoe honing door bijen gemaakt wordt. Waarom de honing in de supermarkt goedkoper is en waarom je geen gif moet spuiten als planten bloeien.
Het was een leerzame ochtend!
Ria Koolen