Nico en Ik waren midden jaren negentig uitgezonden naar Tanzania voor een missie van enkele weken. Veel werk in het ziekenhuis maar ook daarbuiten. Op een middag moest ik naar een bijeenkomst zo’n kilometer of twintig verderop waar Nico die ochtend al heengegaan was voor nog andere zaken. Iemand had een auto met een lokale chauffeur voor mij georganiseerd. De tocht ging dwars door een onmetelijke, schaars begroeide vlakte met aan de horizon bergruggen. De zandweg was smal en erbarmelijk, overal gaten en hobbels. Gemiddelde snelheid vijftien kilometer per uur. Ja, wie moest hier ook zijn?

  • Mijn chauffeur vroeg me of bij ons de wegen óók zo waren of dat ze minder gaten hadden?
  • Eh, veel minder gaten, eigenlijk géén en de wegen zijn meestal ook breder.
  • Oh, dan rijden er vast meer auto’s?
  • Ja echt véél meer auto’s !
  • En dan kunnen die ook veel harder rijden?
  • Nou, zeg ik – denkend aan alle files – omdat het er zoveel zijn, soms ook weer niet, dan staan ze allemaal achter elkaar stil of rijden net zo hard als wij nu.
  • Verbaasd: Waarom doen ze dat? Ze kunnen toch wel allemaal tegelijk hard gaan rijden ?

Op die uitgestrekte vlakte met ook nauwelijks struiken liep in de verte een eenzame vrouw met een takkenbos op haar hoofd. Die had ze nog bij elkaar weten te sprokkelen, als brandhout voor het koken van het avondmaal. Is er geen brandhout wordt er die dag niet gekookt… In de dorpjes hebben de mensen soms gaspitten, maar de gastoevoer is onbetrouwbaar. Dit gebied ligt een kleine duizend kilometer landinwaarts van Dar es Salam, vanwaar de gasflessen uiteindelijk moeten komen. Oliebranders zijn er soms ook.

  • Hebben jullie altijd genoeg brandhout?
  • Wij koken vaker op gas
  • Hebben jullie een regelmatige aanvoer van gasflessen?
  • Ja, eh, die aanvoer is wel goed geregeld, wij wonen ook dicht bij zee.
  • Dan kunnen jullie dus élke dag koken ?
  • Eh, ja.

Hoe leg ik hem prudent uit, want ik wil hem niet kwetsen, dat wij allemaal permanent over gas kunnen beschikken omdat het via leidingen onze huizen binnen komt en we daarom het vlammetje áltijd aan kunnen steken. Sterker nog, dat ik op inductie kook en dat het enige dat ik hoef te doen is het uitvoeren van een paar elegante vingerbewegingen en mijn pan wordt al warm!

Coral DHP