Een eenvoudig te maken, maar toch heerlijk nagerecht.

Toetjes is eigenlijk niet zo mijn ding. Ik loop altijd heel lang na te denken wat ik zal maken. De inspiratie ontbreekt mij meestal hiervoor. Jaren geleden kreeg ik een keer een idee voor dit gerecht. Meestal vraag ik aan de minst culinair aangelegde gast aan tafel om me bij het maken in de keuken te helpen. Verbaasde gezichten alom! Het slachtoffer weet dan nog niet dat hij of zij het hele gerecht gaat maken, dat het zeker zal gaan lukken en ook nog eens verrukkelijk gaat smaken. Vaak hoor ik later dat mijn slachtoffer vanaf dat moment niet meer uit de keuken weg te slaan is en te pas en te onpas gekarameliseerde appel maakt.

De ingrediënten voor 4 personen.

  • 3 fris-zure appels van redelijk formaat
  • ¼ pakje roomboter
  • 100 gram suiker
  • Kaneel
  • Een borrelglaasje calvados of Spaanse rum

Bereiding:

Schil de appels, snijd ze in kwarten en haal de klokhuisdelen eruit. Snij vervolgens die kwarten nog eens in 4 partjes van ongeveer gelijke dikte. Bestrooi de partjes appel rijkelijk met kaneel.
Zet een grote koekenpan of hapjespan op middelgroot vuur en smelt hierin al roerend de boter. Zodra de boter gesmolten is gaat de suiker erbij. Blijf continue roeren. Bij een bepaalde hoge temperatuur gaat de suiker smelten en even later ook verkleuren. Pas op dat het niet verbrand! Wacht al roerend tot de suiker middel bruin van kleur is en voeg alle appel toe.

Blijf continue voorzichtig doorscheppen. De suiker begint nu op te lossen. Als de suiker helemaal is opgelost is een mooie lichtbruine kokende saus ontstaan. Zet het vuur nu uit.

Nu gaan we de appel flamberen. Vraag om aandacht van de gasten aan tafel en gooi het glaasje drank over de appel. Steek je het mengsel meteen aan met een aansteker met lange steel. Doe dit nooit met te veel alcohol en niet onder een afzuigkap met stoffen filter!

Serveer met roomijs op een klein diep bordje.

Smakelijk eten.