Vanuit het dorpje Alcalá del Júcar blijken er wandelpaden in de weelderig begroeide rivierbeddingen te lopen met schitterende uitzichten op de woeste rotswanden erboven. Die rotswanden bestaan uit heel zachte kalksteen; zo zacht dat het witte kalkpoeder er gewoon los op ligt.
Overal zijn gangen, rotswoningen en opslagplaatsen in die rotswanden gemaakt, die ook bezocht kunnen worden. Met namen als Cueva del Diablo. Helemaal boven ligt het redelijk gerestaureerde kasteel met een schitterend uitzicht over de rivier, het dorpje en de rotsen. Toegang 2 euro!
Volg de rivier stroomopwaarts. De eerste 40 km daarvan zijn zeer bijzonder. Het is een tamelijk smal dal, in het voorjaar helemaal vol bloemen en een dorpje: La Recueja met huisjes uitgehakt in de rotsen met aan de voorkant een kleine uitbouw. Aan de overkant heeft iedereen een (moes)tuintje. De weg gaat aan het eind vanzelf weer naar boven.
Ondanks alle dammen met stuwmeertjes, die er in de bovenloop liggen, stroomt er toch altijd nog wat water door de rivier. ’s Zomers in het weekeinde zullen er in Alcalá del Jucár best wel veel toeristen zijn, maar daar buiten is het een vriendelijk dorpje in die plotselinge gleuf in de hoogvlakte.
Niet alles is daar echter botertje tot de boom. Vorige winter is er een rotsblok van ongeveer 6 m3 uit de bovenliggende wand los geraakt en dwars door een tiental huizen van Alcalá del Júcar gerold, voordat het tot stilstand kwam in een steegje. De schade is enorm. Het zal u niet verbazen dat de huizen nog niet zijn gerepareerd en het rotsblok er nog steeds ligt. Een wonderlijke aanblik! En een toeristische attractie.
Ga er eens kijken ! Tussen de twee à drie uur rijden!