De reis ging ditmaal naar een plaats in de buurt, Alcoy, die maar op zo’n anderhalf uur rijden ligt als je de snelste weg kiest. Dit hoefde niet voor iedereen zodat er nogal wat mensen op de heenweg kozen voor een landelijk fraaie route door de bergen.
Alcoy is een heel oude plaats, zoals zovele in Spanje. De oudste vondsten van menselijke bewoning in de buurt van Alcoy bij el Salt, dateren van rond de 40.000 jaar geleden. Het oude centrum, echt wel flink wat jonger dan dat, ligt op een langwerpige verhoging tussen twee takken van de Rio Serpis en de rest van de stad ligt op de berghellingen er omheen. De rivier heeft in de loop der eeuwen diepe dalen uitgesleten zodat veel bruggen nodig zijn om van de omliggende stadsdelen naar het centrum te komen. Die bruggen zijn architectonisch de moeite waard zoals de indrukwekkende brug van San Jordi die modernistisch is. Ook bieden zij spectaculaire vergezichten van het diepe dal onder je tot de ruige bergtoppen overal rondom in de verte.
Het Sercotel waar de bridgers verbleven was vrij centraal gelegen zodat voor stadsbezoek de auto niet nodig was. Op de kamers was de verrassing de volledig uit helder glas gevormde wastafelcombi, verrassend zeker de eerste keer dat je de kraan iets te hard open zette waardoor het water ten gevolge van de vormgeving van de holte die als wasbak diende met enthousiasme op je voeten sprong. Artistiek natuurlijk alleszins verantwoord – niet in elke opzicht praktisch.
Door de bridgetijden in de namiddag was er altijd veel gelegenheid de omgeving te verkennen. Alcoy bleek voor mensen met belangstelling voor architectuur de moeite waard, gezien het aantal modernistische gebouwen. Er waren ook diverse musea, waarvan er een, heel verrassend onder de Plaza de España, het centrale plein, bleek te liggen. Het had meestentijds geen ingang. Gedurende enkele uren per dag werd een soort “deksel” aan het eind van het plein hydraulisch schuin opgekrikt waardoor de trappen tevoorschijn kwamen die je naar een tentoonstellingsruimte onder de grond brachten. Deze ruimte van wit beton moet de illusie wekken dat je je in het skelet van een gigantisch groot dier bevindt. Een schitterende ruimte voor wisselende tentoonstellingen.
’s Middags aan het kaarten dus, in een hoge ruimte die steeds koud begon maar door al de menselijke lijfjes gaandeweg opwarmde. De strijd om de eeuwige roem van het winnen was fel en bleef tot het laatst spannend. En net als bij de recente verkiezingen in Nederland was de winnaar bijna “too close to call”. Het werden met maar een paar tienden van procenten verschil met de tweede plaats voor Jean en Hein van Noessel, toch Lida en Cees Beerepoot die wonnen. Oude cracks zijn gewoon niet te verslaan!
Op de dag van de terugtocht besloten wij om nog een museum “te doen” waar we niet aan toe waren gekomen. Heette het blikjes museum Serpis. Wat stel je je daar bij voor? Bleek een fabriek die al 99 jaar bestaat. In 1926 kwam een jonge Spanjaard op het idee om als je olijven ontpit hebt in de vrijgekomen “ruimte” iets lekkers te stoppen waardoor die olijf nog specialer wordt. Ansjovis, kaas of paprika bijvoorbeeld. Ja, alles is ooit door iemand bedacht, al die dingen om ons heen die we zo vanzelfsprekend vinden. Aanvankelijk ging dit proces met de hand dus waren er hordes fabrieksarbeiders nodig. Nu is het geautomatiseerd met indrukwekkende, Duitse, machines. Na het vullen worden de olijven in blikjes gedaan, die worden verpakt en over de wereld verspreid. De olijven hiervoor zijn de manzana olijven, een geheel ander soort dus dan al die andere waar olijfolie van wordt geperst.
Met een wat alternatieve route naar huis via Banyeres, een oud centrum voor papierindustrie, sloten we voldaan de bridgereis af. Deze geweldige week werd voor ons allen mogelijk gemaakt door de organisatie van Max en Elsbeth van Putten, die door hun standvastige leiding zorgden dat alles steeds goed verliep. Veel dank voor jullie inzet !
Coral Dekkers – HP
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.