Een paar dagen nadat het diner op mijn verjaardag in restaurant La Cumbre op 21 maart door de lockdown veranderde in een pizza thuis, zei Els dat ze dit leven geen twee of drie maanden vol zou  houden. Ze wilde naar Nederland, met de auto. Ik was net bij Masymas in Benitachell geweest; de koelkast was dus vol. Het had al de hele week geregend dus dat maakte de beslissing nog eenvoudiger.

In twee dagen was het huis aan kant, de auto gepakt en de noodzakelijke formulieren van de ambassades uitgeprint. Veel eten en drinken dus, en veel flessen water, want restaurants en hotels waren al dicht. Twee kussens, een dikke deken, verder niet al te veel.

Vrijdagmorgen om 07.00 de Cumbre del Sol af en de AP7 op naar Valencia. Els schuin achter me op de achterbank door de Coronaregels van de Spaanse regering. Regen en regen, maar weinig verkeer. Na Valencia ineens de zon, wat ons in een veel betere stemming bracht, want zenuwachtig waren we best wel. Geen hotels, geen restaurants, alleen benzinestations, hadden we begrepen.

De gehele autoweg langs Teruel naar Zaragoza scheen de zon en was er geen andere auto dan een Engelse, die kennelijk hetzelfde doel had.  Voorbij Teruel gestopt voor benzine en daar aangehouden door de Guardia trafico. Ik drukte het formulier tegen het raam zonder dat open te doen; de man knikte en we konden door. Met een zucht!

Ergens vóór Zaragoza gestopt op een parkeerplaats om wat te eten. Prachtig weer, en wij aan een picknicktafel ons eerste eten neergezet. Niemand, helemaal niemand, noch op de parkeerplaats, noch op de autoweg!  Een koude pizza gegeten met melk en wat fruit, en door naar Pamplona, San Sebastian en de Franse grens. Vlak voor de Franse grens nog even getankt en meteen het Franse formulier gepakt. Maar, het Franse formulier lag niet in het kastje en ik wist zeker dat ik dat daar bij Teruel in had gelegd. Na twintig minuten zoeken kwamen we tot de conclusie dat het formulier uit de auto moest zijn gewaaid. Paspoorten duidelijk zichtbaar in de hand en met een aangename snelheid op de douane afgereden. Op het ergste voorbereid en vreselijk benauwd. De Franse douane keek naar de nummerplaat en wuifde ons door. Wat een opluchting!

Nog steeds bij zonnig daglicht, Els weer normaal voorin naast mij en met grote snelheid naar Bordeaux;  tien kilometer ten noorden van Bordeaux had ik het wel gehad. Op een grote parkeerplaats met wat vrachtwagens en een paar campers hebben we de auto neergezet, weer wat gegeten en in de bosjes geplast want zelfs de toiletten waren dicht. Natuurlijk vond ik na opnieuw doorzoeken van het dashboardkastje het Franse formulier! Inmiddels was het donker, hadden we meer dan 1000 km gereden, en het werd kouder! Tanden geborsteld, maar verder niets gewassen dan onze handen en gezicht. Raampje ietsje open, deken over ons heen, kussens onder het hoofd en lekker even (zittend) slapen. Maar dat werd dus helemaal niets! Veel te geëmotioneerd en ook veel te ongewoon allemaal.

Ik had er al snel genoeg van. We konden niet slapen, ik had steenkoude voeten, een stijve rug, maar ik mocht van Els pas om 03.00 weer verder. Hartstikke donker, zonder wegverlichting en maar 1C, dus met een gang van 100 km/h rustig achter een vrachtwagen die de weg voor ons verlichtte over de A10 naar Parijs. Het was toch wel fijn dat het rond 06.00 weer licht begon te worden. Om 08.00 begon ik  een beetje slaperig te worden, dus gestopt op een parkeerplaats bij Tours. Ontbeten en even een dutje. We waren allebei binnen een paar minuten in een diepe slaap tot 11.00 of zo.

Daarna verder om bij Orleans te besluiten langs Reims te gaan in plaats van door Parijs. Het was wel een kleine 100 km om, maar op meer dan 2000 km is dat niet zo veel en van enig ander verkeer was geen sprake. Bijna helemaal alleen op een Franse tolweg!!! We kennen die wegen goed dus we begonnen ons steeds beter te voelen, zeker met de wetenschap tegen de avond thuis te zijn. Bij Reims allerlei restjes opgegeten: tomaten, gekookte eieren, plakken ham, fruit, enz.

We hadden er  niet meer aan gedacht, maar het gebeurde toch! Vanaf de grens bij Maastricht kwamen we meteen terecht in de robuustheid van het Nederlandse verkeer! Even aanpassen dus.

Om 19.00 waren we thuis. In ons huisje in Lunteren. Stijf en vies na ongeveer 2200 km in twee dagen en (een beetje) slapen in de auto. Een prestatie om trots op te zijn voor twee oudjes van 78 en 81 jaar. De kans dat we het weer zullen doen lijkt ons overigens behoorlijk klein. Een belevenis!

We zijn nog steeds ontzettend blij dat we het gedaan hebben. De maanden april en mei waren mooier dan ooit en we hadden eigenlijk geen hinder van de lichte lockdown in Nederland.

Paul van Halteren