De bridgereis was plezierig geweest maar ten einde. De afstand van Mojácar tot Teulada liet ruimte voor nog een niet té afgelegen uitstapje. Een folder wees ons op het bestaan van Macael. Nooit van gehoord. Toch leek dit een interessante plaats gezien de beschrijving ervan als marmerstad.

Macael ligt een stuk ten noorden van Almería. De route erheen was op de kaart een geel met groene weg, landschappelijk aantrekkelijk dus en dat klopte. We klommen al kronkelend eerst omhoog en daarna weer omlaag over de oost-west lopende Sierra de Filabres. Dit is een ruige, hele oude bergrug die al “vroeg“ door de opdringende Afrikaanse plaat omhoog is gestuwd. Het omringende land bleef daarna nog miljoenen jaren zee. Door de geologische omstandigheden (druk, temperatuur, tijd) ontstond in deze streek wit marmer.

Al meer dan duizend jaar geleden werd op deze plek het antieke Macael gesticht. Helaas werd die plek al in de oudheid zelf een marmergroeve waardoor al het archeologisch materiaal is verdwenen. Het huidige Macael, al bestaat dat ook al sinds de tijd van de moren, wordt met het nieuwe Macael aangeduid.

De geschiedenis van Macael is door de eeuwen heen verbonden geweest met de marmerproductie en de stad verwierf daarmee al in de tijd van de moren grote faam, vandaar de naam “stad van het witte goud“. Zo leverden zij het marmer voor de beroemde Leeuwenpatio in het Alhambra, voor de tuin van het Generalife en voor een uitbreiding van het Alcazava, de burcht te Almería.

Macael is een belevenis om doorheen te wandelen, zó veel marmer: stoepen, balkonrailingen, hele gevels, raamomlijstingen. Maar ook hele pleinen van marmer – hoe gaat dat in de regen? – kompleet met beelden, fonteinen en zelfs hoge trappen die lage met hoge straatjes verbinden – de stad is tegen een berg op gebouwd. De leeuwenfontein is er exact nagemaakt en op rotondes staan marmersculpturen, onder andere een giga vijzel. Neem met de auto wel de goede ingang: wij begonnen met verstrikt te raken in het hooggelegen gedeelte, in een smal, doodlopend straatje met naast ons een trap als straat naar beneden. Er bleek een derde optie: flink steil, juist in een haakse bocht maar desalniettemin een uitkomst. Pfff!